Tinfoil on the Windows, Goddeau (BE)

Als rappers zangers zijn die niet kunnen zingen, hoe noemen we de artiesten dan die niet eens kunnen rappen en dus maar wat praten over een beat? Spoken word-artiesten zijn het niet, want daarvoor ligt de nadruk dan weer te weinig op de woorden alleen. Gesjeesde rappers of gewoon avanthoppers?

De in zichzelf gravende poëet Soso wordt gemakshalve onder de avanthop geplaatst omdat hij nu eenmaal elementen uit de hiphop overneemt en deze combineert met gesproken parlando’s en weinig voor de hand liggende muzikale invullingen (naar hiphopnormen althans). Maar Soso is geen cLOUDDEAD, daarvoor kleuren de muziekjes niet alleen te veel binnen de lijntjes, maar is zijn flow ook gewoon te afwezig. Om maar niet te zeggen dat de man eigenlijk gewoon zijn verhaal vertelt.

En toch is er een publiek voor, want Tinfoil On The Window is zomaar eventjes zijn zesde album (zevende als we de dvd Bachelor’s Drinking Club meerekenen). Net zoals BARR moet Soso het hebben van een combinatie die tegen alle verwachtingen in werkt. Maar in tegenstelling tot de eerste, wil Soso zijn publiek niet nodeloos bruuskeren of confronteren met naakte beats en harde woorden. De songs baden vaak in zeeën van zachte distortion en dromerige gitaarpartijen, die naast hiphop ook een shoegazer-invloed verraden.

Geen duidelijker voorbeeld daarvan dan openingstrack “Rubber Rings” dat ijle gitaarpartijen laat verzuipen in de eigen arrangementen en als reddingsboei alleen een ruisende, krakende en klikkende beat aanbiedt. Het nummer rijst boven de latere tracks uit doordat Soso het aandurft om voluit te zingen en zijn breekbare, net niet valse zangstem eerlijk en kwetsbaar klinkt. “Company Of Chairs” heeft rollende drums en akoestische gitaren en zelfs een ingehouden poging tot zingen, maar is een pak beheerster dan het eerste nummer.

“All The Useless Things These Hands Have Done” krijgt een muzikale omlijsting die in zijn opbouw her en der verwijst naar Do Make Say Think. En bij “The Names Of All The Trees” staat opnieuw de stem centraal. Soso rapt boven zijn eigen zang waardoor er opnieuw een soort gelaten droefheid in de song kruipt. In “Your Mom Is In The Next Room” werkt het jammer genoeg minder goed, het nummer blijft te veel hangen in de rol van sullige poprocksong.

Het instrumentale piano-intermezzo “Floorboards And” is weliswaar mooi maar ook de vreemde eend in de bijt. Het doel van het nummer gaat binnen een zo sterk op de zang gerichte plaat dan ook verloren. In “One Eye Open” mogen de jeugdherinneringen opgediept worden op nostalgische tonen, de combinatie van zang en vertelstem klinkt helaas nogmaals minder fris dan in de eerste nummers. Het is een techniek die duidelijk niet een album lang kan boeien, want ook in “For A Girl On A Faraway Hill” klinkt het te bekend om nog echt te raken. Zonde, want het is best een mooie track.

Onverdeeld positief is het oordeel over Tinfoil On The Window dus niet, maar de balans helt evenmin over naar de andere kant. Soso heeft een duidelijk beeld voor ogen met deze plaat en levert een coherent geheel af. Bij gebrek aan beter wordt de man onterecht onder avanthop geplaatst: het ontbreekt hem hiervoor echter aan raptalent en gewaagde songs. Soso is veel meer een indienerd die wat stoeit met hiphop dan een hiphopper met een voorliefde voor experiment. Het is misschien een nuance, maar het maakt een wereld van verschil. Ook voor deze plaat.

Jurgen Boel, goddeau.com
14 november 2007